God als One of Us
Wat zou je doen als je God op straat zou tegenkomen? Het is een vreemde vraag, maar als je er over nadenkt blijkt het vooral een lastige vraag te zijn. Joan Osborne scoorde er in 1996 een wereldhit mee.
In het lied One of Us wordt de vraag gesteld hoe we God eigenlijk zien. Stel dat Hij een naam zou hebben, wat zou dat dan zijn? Zouden we Hem überhaupt durven aanspreken? En stel dat we dan een vraag mochten stellen, wat zouden we dan eigenlijk vragen? Hoe zou Hij eruitzien? Zouden we Hem wel willen zien?
Het zijn vragen die raken aan ons beeld van God en hoe we over Hem denken. Het interessante is dat er naast de gewone vragen als hoe Hij eruit zou zien ook een reflectie ingebouwd is: willen we dat weten, of zouden we het liever in het midden laten? Die vragen dwingen ons tot nadenken over wat God voor ons betekent.
In een mini-documentaire voor het programma Top 2000 A Gogo legde Joan Osborne uit hoe ze het nummer zelf interpreteerde. Voor haar ligt de kracht van het nummer niet zozeer in de gestelde vragen, maar in de vraag hoe we met elkaar omgaan. Ze verbindt het met het verhaal van de barmhartige Samaritaan, die ondanks alle verschillen toch zijn hulp aanbood aan een gewonde man. Hij stelde geen vragen over wie deze gewonde man was, maar zorgde voor hem.
De vragen die in het lied over God gesteld worden, zijn ook vragen waardoor we grip proberen te krijgen op mensen. Namen, uiterlijke kenmerken: ze geven ons een identiteit, maar zijn tegelijkertijd ook de basis waarop we mensen in hokjes kunnen stoppen. Uiteindelijk maakt het namelijk niet uit wie we zijn, welke etiketten we op anderen plakken, maar gaat het om wat ons in de kern verbindt: we zijn allemaal mensen.
Precies daarin schuilt ook de kracht van God: Hij is niet in een hokje te plaatsen, omdat onze etiketten niet op Hem van toepassing zijn. Hij is altijd en overal aanwezig, maar zonder dat we daar weet van hebben. In het lied wordt daar een toepasselijk beeld bij gegeven. Het is het idee dat God een vreemdeling in de bus is, die probeert naar huis te komen. We zien die persoon zitten, hebben geen idee wie het is, en daardoor kan het in principe iedereen geweest zijn – ook God, zonder dat we dat in de gaten hadden.

Chris Flinterman is Researchmasterstudent Duitse literatuur aan de Universiteit Leiden. Daarnaast zelfbenoemd muziekprofessor met een erg brede smaak: van ABBA tot ZZ Top en alles wat daartussen ligt. Op Twitter te volgen als: @CFlinterman. Blogt verder op 33.45fm over oude rock ‘n roll.