Come to me – Björk
Het is de Adventtijd. Elke zondag een lichtje erbij. Een zichtbare opmaat naar iets of Iemand. Er zit duidelijk iets aan te komen. Ik kan het voelen.
Ergens in het donker is er iets in de maak; er is iets dat zich zal presenteren in mijn wereld. Er is Iemand die zijn opwachting zal maken. De ruimte om mij heen raakt vol van de verwachting en lijkt wel elektrisch geladen. Met elk kaarsje erbij, raak ik meer en meer zwanger van de verwachting. Ik kijk reikhalzend uit naar een ontmoeting. Iets of Iemand roept en nadert mij al. Als ik goed luister hoor ik: “Kom! Beweeg je maar naar mij.” Er is al een te-voor-schijn komen dat mij roept. De gedaante gaat al vooraf aan het daadwerkelijke fysieke bestaan. Ik ervaar in de Adventtijd een voor-verschijning.
De Bijbel leert mij wat er op handen is. Ook mensen die niets weten van de Bijbel of het geloof, weten wat er staat te gebeuren; nog even en er wordt met kerst een kind geboren en Jezus is zijn naam. We denken echter te weten wat er staat te gebeuren. Maar ons denken kan ons ook in de weg zitten, wanneer ‘verwachting’ de gestolde vorm heeft aangenomen van de mentale voorbereiding. Het onwrikbare bepaalt ons vervolgens bij hoe we de ander zullen ontmoeten.
Zulke georkestreerde ontmoetingen zijn geen authentieke ontmoetingen. Er moet ruimte zijn voor het mysterie in de ontmoeting.
Ik besef mij dat ik diep van binnen helemaal niet weet wat ik moet verwachten. Hoewel ik tegelijkertijd wel weet op Wie ik wacht, weet ik weinig wat die Wie ten volle voor mij betekent. Ik mag verwachten dat Hij alle beloftes die zijn gedaan zal inlossen, maar ik ben onwetend over wat er tijdens onze ontmoeting staat te gebeuren. De onbekende Bekende verschijnt aan mij.
Als ook een ander mens echt aan mij verschijnt dan moet ik iets met die aanwezigheid. Ik kan het toelaten of afwijzen. Hoe het ook zij: aanwezigheid verandert altijd iets aan mijn eigen verschijning. In elke ware ontmoeting is een streling van het Transcendente te ervaren.
Er is tussen ons, in onze ontmoeting, meer dan ons tweeën. Er is Iemand aanwezig. Iets of Iemand die buiten ons om gaat. Op dat moment dan is via de ander, de Ander aan mij verschenen. De Ander is in mij geboren.
En het toelaten van dergelijke aanwezigheid zet ons bestaan helemaal op de kop.
In de aanloop naar de geboorte, in aanloop naar de geboorte van het Licht, kan ik niet anders voelen dan wederzijdse heilige nieuwsgierigheid en we bewegen ons samen naar die hernieuwde ontmoeting toe.
In de Adventtijd zegt het ongeboren, maar toch ook al geboren kind tegen mij: “Kom tot mij. Je weet dat ik je adoreer, je weet dat ik van je houd. Als je weg bent gedreven van mij door dingen die je terneerdrukken, dan mis Ik je zo. Ik zal je altijd beschermen.”
Met de eerste kaars knettert die wederzijdse verwachting al in de lucht.
Foto: YouTube

Tynke van Schaik (1970) is een ‘verse speurneus in reliland’, op Twitter te volgen als: @Druifluisje of via haar website: Vindingenrijk